Posts tagged wiskunde B

Eindexamens wiskunde A en B, havo, 2021-05-26

Gisteren waren de eindexamens wiskunde A en wiskunde B van de havo (opgaven onder de links). Ik heb de opgaven bekeken en ik wil hier wat commentaar leveren.

Wiskunde A: twaalf bladzijden tekst met 24 vragen. In voorgaande jaren heb ik het examen wel eens gemaakt en de individuele vragen van commentaar voorzien maar daar heb ik nu geen tijd genoeg voor. En ik moet zeggen: al lezende verging mij de lust de sommen te maken; heel veel tekst met vragen die vaak neerkomen op, na enige reflectie, indrukken van de juiste knoppen op een rekenmachine. Er waren uitzonderingen: vraag 16 vraagt welk plaatje van een kansverdeling hoort bij “hoog gemiddelde, lage mediaan”; vraag 22 wil een rechtvaardiging zien van coefficienten in een, op het eerste gezicht, nogal rare vergelijking .
Op de eerste bladzijde moest ik even slikken: daar werd gesproken over “tweemaal zo dichtbij” en “hoeveel keer zo dichtbij” bij een verhaal over het testen van het gezichtsvermogen. Bij mijn weten is ‘dichbijheid’ geen SI-eenheid en ik vind het verdubbelen van dichtbijheid nogal dubbelzinnig. Op dit blog heb ik het ook al eens over ‘twee keer zo langzaam‘ gehad, wat hetzelfde zou moeten betekenen als ‘de halft langzamer’.

Wiskunde B: twaalf bladzijden tekst met 17 vragen (niet alle bladzijden waren geheel gevuld). Een mix van ‘echte’ wiskundevragen en wat stukken met meer tekst.
De ‘echte’ vragen gingen over functies, cirkels en lijnen, sinusoiden, … Het zag er, voor mij, niet moeilijk uit. Een enkele vraag was wel er makkelijk, vraag 7 was zo voorgekauwd dat alleen nog u3=64 opgelost moest worden.
Er waren twee vragen met tekst: een paginalang verhaal over roeimachines leidde tot twee aardige vragen over driehoeken, en aan het eind twee vragen over hardlooptijden waar de grootste klus leek te zijn het opstellen van de juiste vergelijkingen.


© 2011 TU Delft